44§ J- HARGER ANTWOORD prefenningen te dekken, dan nog de ruime gefchutpoortengeheel of ten deele, open houden, en de frisfche en zuivere lucht, onverhinderd inlaa- ten, en de bedorve, zo door de uit- waafemingen der zieken, als derzel- ver ontlastingeneenen vryen uittogt geeven. Men kan de zieken, zonder dezelven te moeten verplaatfen, vry en ongefloord leggen, bevryd van guuren reegen, koude luchten of in- ftortende zeeënmen behoeft 'er veel- tyds, geen kaars- noch lamplicht te brandenweegens het overvloedig daglicht. Men kan 'er de zieken zui veren, wasfchen, verfchoonen, ge neesmiddelen, voedfels en verkwik kingen toedienen, naar gelang. Men kan 'er de zieken, in eene effenbaare warmte houden, dat geen gering voor deel aanbrengt, en de onzichtbaare doorwaasfeming reegelmaatig doet voortgaan, het welk de geneezing be vordert, en de weederinftorting der zieken grootlyks verhoeddie aan de beeterende hand zyn, kan men al- lengskens, in het verblyf der gezon den, dat men de laag noemt, gewen den, om weederinftortingen voor te ko-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 482