45$ J.' HARGER ANTWOORD
maakt; dan door dien ditfluk, van zo
veel belang is, zo zullen wy 'er nog,
dit volgende van aanflippen.
I. Een onmaatige arbeid, of al te
traage lighaams beweeging, kan zeer
veel, ter voortbrenging van 't fcorbut,
öf kwaadaartige rotkoortfenmede
werken. Een arbeid of beweeging,
overeenkomftig met de vermoogens,
der lighaamen, is boven alles dienftig.
Is de arbeid of beweeging onmaatig,
■zo wordt'er een meerdere drift offnel-
heid in bloed en vogten, eene meer
dere wryving in de vaatenen dus ee
ne grootere warmte, ja niet zelden,
eene meer dan natuurlyke hitte, in de
lighaamen geboorendoor dusdaanige
beweeging, leert de ondervinding,
worden de teedere bloedvaaten ver-
brooken, en de bloedbollen geperst,
in vaaten, waarin zy anders niet ge
woon waaren te vlieten, en de vog
ten, neemen een fpoedige geneigd
heid, tot bederf en verrotting aan;
by voorbeeld: een Mensch door hee-
vige koortfen afgemat en geftorven,
zal eer tot bederf en verrotting over
gaan, dan wanner hy, door eene uifr>
toerende ziekto is afgefneeden; een