OVER DE SCHEPEN ENZ. 463
haams verteerd, door dien de wer
king, van maag en ingewanden ver
hinderd de eetenslust vertraagd
fpierveezelen en vaaten verflapt, de
affcheidingen en uitwaafemingen be
let, en de vogten, door gemis van
verfchen toevoer van fappen, bedor
ven worden.
Deeze driften moet men, zo het
mooglyk isin het beginteegen
gaan, en deeze Menfchen, op eene
zagte en befcheidene wyze, tot ver
andering van denkbeelden poogen te
brengenopwekkenom het geen
voorby is, daar te laaten, hen onder
het gezelfchap, van gefchikte en vro-
lyke Zeelieden brengen, en eene en
andere uitfpanningen en beezigheid
geeven. Doch zo deeze hartstogten
te veel veld gewonnen hebben, zyn
veeltyds alle middelen, om dezelve
te verdry ven, vrugteloos; door dien
deeze lieden, maar al te vaak, hun
toevlugt neemen, tot den drank; welk
middel nog erger is, dan de kwaal
zelve, door dat het zeldzaam eindigt,
dan na verlies van eer, goederen en
gezondheid.
De wyn en de liefde, zyn by vee-'