480 j. harger antwoord en van de moerasfen en flikken verwy- derd, ten anker te leggen, als't moog- lyk is. De zelfde voorzorg, dient men in acht te neemen, by het aan doen van vreemde landen, reêden en zeehaavens. Zyn de landen by ons bekend, voor gezonde plaatfen, dan moest het anker, zo verre uit de wal, als doenlyk is, geworpen; zelfs is de opene zee, als men 'er goeden anker grond heeft, verkieslykerdan het ioopen in rivieren of baaijenwelke door de wal of hooge bergen befloo- ten zyn, en waar door de frislche zee wind, verhinderd wordt. Ten dienfte der Schepelingen, zul len wy eenige kenteekenen, van een ongezond land, overgenoomen van den Heer lind, Proeven der Ziekten der Europeers bladz. 131, mededeelen. Het eerfte kenteeken: van een on gezond land, of luchtftreek, is een fchielyke en groote verandering, in de lucht, by het ondergaan der zon, van ondragelyke hitte, tot kille kou de, en gaat dan meest al vergezeld, met een zwaaren daauw. Het tweede is, een dikke Hinkende iieevel of mist, voornaamlyk opkoo- meii:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 514