OVER DE SCHEPEN ENZ.1 485 van water en ververfching aldaar, in het geheel niet af, doch, als 'er geen dringende reedenen zynzou 'er ook niet voor weezen; wel is waar, men heeft 'er verfcheidenheid van vrugten, veelerlei vee en gevoogelte, het wa ter is 'er moeilyk te haaien, fchoon het op zich zelve befchouwd, niet van het beste zy, zo kan het echter, tot het kooken der fpyzen, of ten dienfte van het leevendig vee gebruikt, en zoo veel ruimer randfoen aan het Volk uitgedeeld worden, mits dat water haaien, onder een behoorlyk toever- zicht en met deeze voorzorg, verge zeld gaat: dat het Volk aan de wal ge- koomen, zich niet te buiten gaat, met het drinken van dit water of fterke dranken; dat het 'er vooral niet ver nachte, dewyl zulks meenig Europeeër heeft doen fneeven; dat het noch te Hh 3 1 veel, is. St. If ago is het hoofdhet vruchtbaarlbeen 't best bewoond, doch bergagtig en zandrig, ook is dit Eilandin den reegentydongezonder dan de an dere, en gevaarlyk aan den vreeemdeling. Weinig Plaatfen (uitgezonderd Ca'chaö in Guinee) zyn be- fmettelykerdan St. Jagoen wel zodat het ei- genlyk vergeleeken mag worden, met een Land, laar de belmetlyke ziekte woedt, roberts Reyzet bl. 338' en 340. Staat van alle Volkeren 3 deelbl. 186 enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 519