490 J. HARGER ANTWOORD dan houdt men nog over, 165 Kop pen, welke in drie deelen verdeeld, voor iedere wacht, nog 55 Koppen zal bedraagen; Hoe meer Volk, nu op een Schip gemonfterd wordt, hoe grooter de Scheeps-wachtenzul len bevonden worden. Vergelyk nu hier teegeneen O. I. G. t'huisvaarend Schip, dat maar met 80 of 90 Kop pen, in het gemeen wordt aangelegd, trekt 'er maar alleen af 10 Koppen, die niet waakenzonder zieken of ge- kwetften te reekenen, dan blyven 'er voor ieder wacht, maar 40 Koppen overig. Zegt men: op een t'huisvaar- der, is het Volk geöeffender, dus kan men het met minder doen, ten min- ften, het behoorde zo te zyn? een kundige, zal geerne toeflemmen, als 'er op iedere wacht, 20 a 25 ervaarne Matroozen zyn, om in het wand te klimmen, en den roergang waar te neemen, dat zulks voldoende ismoet men reevendaar is dan immers Volk genoeg op de wacht, het behoeft ook alles, niet op een oogenblik te ge- fchieden, men kan eerst het groot, cn daar na het voormarszeil, en kruis zeil, een rif uit- of inneemen, en zo met

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 524