492 J- HARGER ANTWOORD volk, het dreigend gevaar, te boo ven te koomen. VIII. Plet was niet af te keuren, dat men ter beveiligingder Man- fchap, welke jaarlyks naar O. Indien gezonden wordt, in die Schepen, welke men hier toe aanlegt, eer dezel ve wierden uitgerust, geduurende 2 a 3 weeken, daagelyks 6 of 8 uuren, be- ftendig vuur ftookte, van droog hout, ook in een gefchikt fournuis of vuur- draager, in het ruim; dan zal men, als men 'er de proef van neemt, er- vaarendat als de luiken worden toe gelegd, de rook, welke door de ree ten heenkomt, een ondraagelyken ftank heeft, 't geen alleen ontllaat, van de ongezonde dampenwaar me de het hout van 't Schip bezwangerd is, en hier over, behoeft men zich niet te verwonderen, dewyl de Sche pen, tot deeze reizen gebruikt wor dende doorgaans nieuw gebouwd zyn, of eenige maanden, als onbe woond, zonder Volk en vuur geleegen hebben, en hier door, fchadelyk en ongezond geworden zyn (k). IX. Dewyl dit keurig en zaakryk voor: (k) j. lind Proeven enz.bi. 223.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 526