alle aan eenen voet hangende (c), wel ke in de onderfcheide holligheeden, van ons lighaam, als neus, keel, fcheede, lyfmoeder, kunnen geboo*- ren worden (d), gelyk 'er mede een, met onderfcheidene takken, in den in gang, van den gehoorweg, heb waar- genoomen, (welke we'gens de be krompenheid van plaats, niet dan met de uiterfte moeite, en meest met by- tende, of corrodeerende middelen, te verdry ven was). Wanneer men dan, dit foort van uitwasfen, in een van bo vengemelde piaatfen ontdekt, geeft men het de naam van polypusom dat het ten naastenby de figuur heeft, van een zeeinfekt (e), het welk dien naam voert, en verfcheidene pooten digt aan het hoofd heeft, terwyl het lighaam langwerpig rond zynde, aan gemelde pooten verknogt is. De fungus of uitwasis een gezwel 't geen zonder aanhangfelen op zich zeiven beftaat, en mede aan een halsje li 3 of (cl) Celeberr. ruischii ObfervAnat. 77. (c) ronuoletus de Piscibuspars. ipag. 37 f, s73 et 374. tulpii Obferv at. Mèdicaelib. I, tap. 26. DEN POLYPUS. 501 (c) nat ai. is josepii palucci Ratio facilis nari- um curandi PolyposFiennae 1763.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 535