OVER DE NAJAARS-KOORTSEN. 23 dat het geloof te boven gaat, en is dubbel nadeelig in eene lucht, die reeds in zich zeiven bedorven is. Nog breng ik hier toe, het mesten van var kens in verfcheidene burger huizen binnen de Garnizoenplaatfen, en in of by kwartieren, daar foldaaten leggen. De flank en vuiligheid van die onreine dieren is zo flerk, dat binnen korten tyd de muuren daar door verrotten, tegens welke de varkenskooten flaan. Welk een verderf moet zulks dan niet in de lucht veroorzaaken, te meer als die kooten zyn in huizen, daar men weinig plaats of erve heeft, en elk weet, hoe ondragelyk derzelver lucht is. Ik heb opgemerkt, dat indiergelyke huizende Koortfen kwaadaartiger waaren, zo dat men wel eens genood zaakt wierd, den Magiflraat te verzoe- zoeken, om de varkenskooten en vui ligheid te doen weeren, uit de huizen, daar zieke Militairen lagen. Ook heeft men in gebruik, om de fecreeten, veel des zomers te laaten legen door de Vla mingen, die zeer op die mist voor hum ne zandige landen gefield zyndoch het geene eenen lelyken reuk ver- B 4 fpreid.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 55