het fnoer kon ombrengenalzoo dee- ze fungusdoor bezetting van den mond van het os uteriwaar uit hy even gepasfeerd was, dikwils ontglip te, en dus verpligt was, van nieuws te beginnen (w). Na eenig toevens, en na het los gaan van een fnoer, gelukte het my eindlyk, het gewenschte oogmerk te bereiken waarop haar Ed. te bed ge- bragt, ftilte en rust liet genieten. Byzonder hadt ik reeden om vol daan te zyn, wanneer des avonds te rug koomende vernam dat de vloed (welke tot dien morgen hadt aange houden,) feederd de afbinding, oo- genbliklyk was opgehoudenen de lyderes, na het nuttigen van vleesch- nat, eenige uuren rust hadde genoo- ten, en hier door merklyk verkwikt was. Ik had den draad met de coraalen, ten getaale van 11(om het tandrat voor roest te bewaaren, gelyk te voo- ren gemeld heb,) aan een klein ftukje houts '532 S. DE WIND OVER (w) Ongelooflyk is liet, hoe weinig aandoening, de lydereslenvan decze bewerking hebbenalle be tuigen zy eenpaarig, buiten zeeker i'oort van lastig gevoelgeen de minde pyn gewaar te worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 566