55° F. J. VOLTELEN OVER EEN van éen droog, heet en galagtig ge- ftel, zwartagtig van kouleur, had zig in deezen winter, meermaal aan de koude lugt blootgeftelddikwils en flerk het vermaak van fchaa'tzen ryden nemende. Op den laatften iJecem- ber 1179, z'lS weder in 't zweet geree- den, en eene gtoote hoeveelheid warm gekruid biergedronken hebbende ondervond hy, niet lang daarna, ee ne ongewoone moeilykheid in 't wate ren gevolgd door eene geheqle op- flopping-der pis: dit deed hem beflui- ten, terhond zyn toevf gtte nemen, tot den zo beruchten als nadeeligen, Haarlem!chen oliewaar van hy meer maal in foortgelyke toevallenmet roem had hooren fpreeken, en hier van by herhaaling, eenige druppelen gebruikenmet dat gevolgdat de pisloozing inderdaad herfteld wierdt, en als te vooren gemaklyk gefchiedde. Dan, flegts twee dagen verliepen 'er, of hy verviel andermaal in eene vol- koome Ischuria, verzeld van walging, braaking, ligte colicpynen, en min dere of meerdere benaauwdheid, zon der dat in de pols eenige merklyke verandering te belpeuren was. Een

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 588