béöeKte verzv/eering. 555
verz'eld van geduurige borborygmien
fomtyds tiïsfchen beide komende lig té
benaauwdheedenal 't wélk egter tel
kens verligt w+érdtnaar maate zig
winden loosden. De buik wierdt hier
om bedekt, met 't émpL dp labdatic.
therandr:;- ook was tot hier toe ge
bruik gemaaktvan 't bovengemelde
verHerkend middel. Deezen avond,
at hy met grooten fmaak watergruël,
daar wat caneel en rhynfchen wyn by
gedaan wasen fchikte zig vrolyk ter
ruste.
I och naauwlyks een weinig in flaap
geweest zyndèwierdt hy door een
kleine kittelende hoest gehoord, wel
ke dan eens een wyl ophield, wan
neer hy weder in rust geraaktedan
weder op nieuw aanviel, en zo beurt-
lings, doch telkens met grooter ge
weld, en kortere tusfchenpoozingen
voortging, na geene middelen, ter
Hilling aangewend, luisterende; waar
door de lyder zeer ontrustig, woelig
en dorftig wierdt.
Hy loosde eerst een weinig dun,
fchuimagtig vogt, naderhand taaije,
Hinkende fluimen, met moeite: ook
had de ademgeduurende den gehee-
len