bedekte verzweering. 5 óq zyn kostbaar; en, zo in eenige ziekte, is hier de fpreuk van hippocrates qc- cafio praccepsmaar al te waar. Hujus morbi curfuszegt morga- gne (y)faepenumero opinione celeriot estut Ji hor as [peet es, incipere turn eti- am cenfeascumfumma jam illata noxa ad jinem properat exitialem Dan ten laatftenindien ondanks al le alle aangewende poogingen, de dia- gnojis deezer ziekte, zelfs niet tot eeni ge waarfchynlykheid te brengen ware, zal men nogtans met de grootfte zorg vuldigheid, in het toedienen der ge neesmiddelen te werk gaan, vooral niet te veel doenten einde aan eene duis tere en bedrieglyke oorzaak, welke zig aan onze nafpeuring, fchoon aanwee- zig, konde onttrekken, geen nadeel toe te brengen. Nifi prohab'üis faltem agendi ratio fitquiescere jatius estnam non prof nis fe, quam nocuisreminus est malum: is de wyze les eens grooten Geneesheers (z). 7. Eene andere leering, welke wy uit deeze gefchiedenis kunnen trek- N n 5 ken, (y) Ibid. ep. xxxv, 3. (z) de gel. kloekiiof Op use. Mad.pug. 43.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 607