ÓQO A. VAN SOL-INGEN door de kin van de borst moesten op- ligten: ware deeze vooroverhelling in tyds verbeeterdzoude de geheele kwade rigting van het hoofd geen plaats hebben gehad, en de gantfche vetlosfing waarfchynlyk natuurlyk ge weest. Fat het tydig verbeeteren van deeze vooroverhelling wyders de fpanning en ontdeeking der buitenfte deelen zou hebben voorgekomen, dewyl dan de ronde banden niet zouden gedrukt zyn geweest, 't geen deeze opzwel ling fchynt veroorzaakt te hebben. Dat, daar men de verkeerde door zakking in de bovenfte engte niet was voorgekomen dit ogenblik ten min- ften hadt moeten waargenomen wor den cm het aangezicht na boven te doen fchuiven en hier door het agter- hoofd tc doen dalen, eer 'er gelegen heid w asdat het in den doortocht, zo wel door zyne teegen natuurlyke "richting, als de zwelling der uitwendi ge deelen beklemd geraakte. Dat, de beklemming en de opzwel ling der buitenile en binnenlie regter ic bia daar zyndemen terihond hadt moeten bedacht weczcn, om zo door het o o

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 638