606 M. HOUTTUYN de, fterk indroogt; anderdeels, om dat die korrels in de witte Peper meer uitgegroeid, en misfchien ook door de weeking eenigfints uitgezwollen zyn. En hier door wordt buiten twyfïel ook veroorzaakt, dat de laatstgemeide in lang zo fcherp niet is van fmaak, als de gewoone zwarte Peper. Dat even wel dit verfchii in grootte niet altoos plaats heeft, blykt uit de monfters, my daar van door gedagten Wel Ed. Heer toegezondenvan welken ik. de eer hebby deezenons Genoot- fchap aan te bieden; als A. Zwarte Peper van Malabar. B. Wit gemaakte Peper van Java. C. Natuurlyke witte of geelachtige Peper van Ceylon. Deeze laatfle groeit, zo my berigt wordt, niet dan aan de vaste kust van Indien en wel op Malabar of ook op Ceylon. Zy is niet minder heet en fcherp van fmaak dan de gewoone zwarte Peperwelke kleiner valt dan deeze Malabaarfchedie wederom grooter is dan de gewoone witgemaak- te Peper. Doch het verfchii in groot te is zo aanmerklyk niet, of het kan zeer

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 644