6l6 G. KUIPERS OVER
ontfangen te hebben, zich aldus ver-
klaaren
Welk eene heldhaftigheiden hoe
fchoon is zy voorgefteldde Schry-
ver der nuttige Proevenvan Dicht
kundige Letteroefeningenover den
jrnaakin de Poezy, over Abraham den
Aartsvadervan arnold hoogvliet,
denktdat men dees taal wel van
izaak kon wagten, hy befchouwt hem
als een bedaagden jongeling, in het
geloof van zynen Vader opgevoed,
9, vol vertrouwen op god, gelaten in
lief en leedom de ftem van het
Opperwezen te gehoorzamen, al-
lyd bereid om zich naer den wil
zyns Vaders te fchikkenvan een
p zagten Godvruchtigen inborst, we-
ten-
Myn Vader/prak de Heltvjel aanik ben bereidt
Om uwen wil te doen tot Godt gehoorzaamheid
Wel aanmyn Vaderlaat de liefde u niet verfchrikken»
Spaar vry uw tranen7k zal in weinig oogenblikken
Op flarren treden van dit fier fly k deel ontlast
Kom bind myn voeten kom kei wyw handen vast
Op dat geen ydle fchrik het offer doe mislukken
Maar neenu eerst m bei myn armen drukken
myn Vader 5 SAg- Moeder ook vaar wel (a).
(n) a, hoogvliet Abraham de AartsvaderX.
$eek, bi. 338,