izaar op moria. 617 "n tende, wat onheilen dit leeven ver- zeilen, wat eeuwig heil hier namaels j, volgt"; Maar hy vindt alleen die taal watfchielyk en bedaard daar izaak zo onverwagt, uit den mond zyns Va ders, hoort, dat hy het offer zal moe ten zyn (b). lavater de gevoel- en fmaak- volle lavater vermydt dien mis- flag van hoogvliet wel, en doet izaak eerst voorkoomen, als zeer ver baast en verfchrikt, over het Godde- lyk bevel, maar doet hem daar op, met geene mindere kloekmoedigheid handelen. Bind! laat hy hem zeg gen, waerdfle Vader! bind! en fpaer my nietZoo god het heeft bevolen zoo vrees ik 't flerven niethet Jlerven in myn Vaders armen! Ja hy laat hem bidden: Heere! Ontfermer! fterk zyn arm en zyn geloof! Hy laat hem roepen: god is geen god der doden maer is een god der levenden. floot toe(c). De Heer niemyer volgt het zelfde Qq 5 fPOor, Cb) bladz. 325 en 326. (c) abraham «2 izaak Godsdienfiig fchouwfpel uit het Hoogduitsch vay den lieer J. c. lavater, bladz. 145, e. v.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 659