i zaak op mori a. 619 komt, "de Godvruchtige Zoon, van eenen Godvruchtigen Vader, be- rustte in dees redenen, en deelde zo, in de gehoorzaamheid, van abraham. Ons verwonderende, over de onderwerping des Vaders, moeten w'ons ook verwonderen, over die des Zoons. De teêrhar- tigfte aller Vaderen, fraat gereed, om den teêrhartigften aller Zoonen, met ftandvastigheid, den doodfteek te geeven. De teêrhartigfte aller Zoonen, ontfangt, met ftandvas- tigheid, den doodfteek, van den teêrhartigften aller Vaderen. Hier ziet men een dubbel ofter, het offer van izaak en het offer van abra- 5, ham. izaak offert goue, de teder- heidwelke hy aan abraham toe- draagt. Hy ziet, met kloeken moed, dien arm, van welken hy niets dan Vaderlyke zorgen te v/ag- ten hadü, met een doodelyk mes gewapend, abraham offert gode, de teederheidwelke hy aan izaak toedraagt. Dien armwelken hy tot niets zou hebben willen gebrui- 5, ken, dan tot Vaderlyke zorgen, n ten voordeele, van dien Zoon, wa- pent

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 661