izaak op mori a. 631 wen, op god hadden uitgemunt; wy ontmoeten daar ook iZAAKythi onder wattytel, wordt hem dees eer bewee- zen? is het om zynen heldenmoed, betoond in zich vrywillig te laaten of feren? neen wy vinden daar van geen woord gemeld, door het ge* looveheeft isaak, jacob en esau ge* zeegendaangaande toekomende din gen (o) ziet daar zyn eenige tytel maar hadt hy zich nu zo grootmoe dig in die opoffering gedraagenzou dan, daarvan, niets gemeld zyn? te meer, daar abraham, in die eer deelt, opgrond, van zyn geloof, in die opoffering betoond? (p) §- 9- Uit het gezegde, dunkt my, blykt: dat men zich, zonder genoegzaams redenen, izaak op Mor ia als eenen kloeken Held heeft gefehilderd. Dan welke mag toch wel de reden zyn, dat men dees gedachte zo alge meen heeft aangenoomen? De grond hier van ligt, onzcs eraehtens, in de Rr 4 mee- (o) Vs. 20. (V Vs. 17 en 18.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 673