izaak op mori a. 63 3' val, een voorbeeld, van den Heil- Vorst ware, men behoeft hem daarom nog niet zo kloekmoedig af te maaien, men kan dan hier, in aanmerking nee- men, dat voorbeeld en tegenbeeld, in allesnoch altoos overeenkoomen, noch overeenkoomen kunnen. <5. 10. Maar hoe moet men zich izaak dan vóórhellen? Meent men, dat abra ham, aan zynen Zoon, gods bevel, voor de opoffering, bekend maakte dan is het natuurlykst, dat men zich izaak voorftelle, als eenen, die zo handelt, gelyk elk kind, in zyne plaatszou gehandeld hebbenwy moeten ons hem verbeelden, als: gantsch afkeerig van den dood als weerfporrelig teegeil zynen Vader als alles doende, wat een mensch een jong mensch een kind een eenig kind, doen kan, om zyn lee- ven zyn jeugdig leeven, te red den te redden, uit de hand van ee nen Vader van eenen tederlieven- den Vader, die hem daar van tragt te berooven. Dan eens, zal hy, door Kr 5 vrees

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 675