•jö G. w. CALLENFELS ANTWOORD
meer dan eens gefchied is, en in het
afgeloopen jaar, als die pruimtjes zo
overvloedig waar en, dat men honderd
en meer voor één duit of oortje ver
kocht waar door zeer veelen 'er zich
aan zouden hebben te buiten gegaan,
wederom, immers te Sluys in Vlaande>
renis vernieuwd geworden Maar
ook dit heilzaam gebod wierd by veelen
overtreeden, en men fnoepte maar al
te gulzig van dat fchadelyk goed. Zo
doen veelen, weken agter een, dag
aan dag, niet anders, van 'smorgens
vroeg, 'savonds en 'snachts, als te huis
en op de wagten en op de posten, te
fnoepen en fnaijen. Men meent zelfs
(zo ver gaat de onkunde en het voor
oordeel, of de verkleefdheid aan zynen
fnoeplust) dat zulks gezond isen de
Soldaat kent geen maat, noch paal,
noch onderfcheid tusfchen ryp en on-
ryp, goed en kwaad fruit, en daar in
houdt men zelfs aan, fchoon men aan-
vankelyk ziek is. Het is een oud Va
derlands fpreekwoord, het Fruitman-
netje zal om zyn geld hoornen. Waar
mede van ouds wierd te kennen gege
ven, dat zulke, die zo maar alle frui
ten ondereen geduurig fnoepten, dit
ge: