'|0 G. tV. CALLENFELS ANTWOORD
en welker aanzien walging verwekt
en de gemeene aschbakken overdekt
met allerlei vuilighedendie beide
tot noodige eindens by de barakken
ftaan, wil ik ook niet overdaan, als
Welke men van verre ruiken kan.
De morsfigheid en vuiligheid alleen,
is oorzaak van zo veele Ziekten, by
geringe perfoonen: men zal hier in een
groot en merkelyk onderfcheid vin
den, tusfchen zulke perfoonen en huis
gezinnen die net en zindelyk zyn op
alles, te weeten, op hunne huizen,
lighaamen, kleedingen, bedden en huis
raad; en zulke die op alles haveloos
en morsfig zyn; de eerfte zullen lan
ger gezond bly venminder ziek wor
den en eerder herftellen, daar de laat-
fte meer worden aangetast, zwaarder
worden neergeveld en moeijelykei
herftellen. De morsfigheid toch be
derft de lucht in de wooningen er
neemt de fmet van buiten ligter aan,
dan daar de zindelykheid de overhand
heeft en heerscht. Veele Gemeene
luiden en Militairen hebben ook de
kwaade gewoonte, om hunnen voor
raad van appelen, peeren, aardappe
Jen, kool of wat het mag zyn, te leg
geil