OVER DE NAJAARSsKOORTSENd 5£ gen onder hunne bedfteeden, welke zy beflaapen; meest al in kasfen en fpin- den van het vertrekdaar zy dag en nacht in woonen, daar het nogtans ze ker is, dat de uitwaasfemingen van op- gemelde dingen allerfchadelykst zyn, en voor de gezondheid zeer nadeelig. Ten fesden: De al te (terke lighaamè cejfeningen van fommigen, door te zwaar te werken om iets te verdienen het zy aan dyken of 'slands werken of in het hooy, vooral in den oogst by de boeren, op het veld in de branden de hitte of door te veel wagten te doen, om de zogenaamde loonwag- ten te verdienenzo dat zy (leeds op en af trekken en geen behoorlyke rust of tusfchenpoozingen hebben i Van anderen, door te gaan loopen en visfen, en dat wel in wateren, daar het vlas in te rooten legt, en dat hun na- tuurlyker wyze moet aandoen: Van een derde foort, door te driftig fpeelen en (loeijen, alles tot afmatting toe, zonder zich eenigzints in acht te nee- men, en paal of maat te kennen, even of zy van yzer en (laai waren. Te zwaare arbeid en te (lerke lighaams-oefFeningen doen onmatig D 2 zwee-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 83