54 G. w. CALLENFELS ANTWOORD
naar hun geboorteland geplaagd, by*
zonder de Duïtjchers en Switfersde
zugt immers na het Vaderland is elk ei
gen, is natuurlyk, en derhalveri, ver
re af te zyn, gefcheiden te zyn van
zyne maagen en vrienden, zonder
hoop, of men die wel ooit weer zal
zien, verwekt hartknagende fmert en
kwyning. In het byzonder, koomen
alle Militairen naar Staats Vlaanderen
en vooral naar Sluysmet een berk
vooroordeel en weerzin, met vrees en
fchrik voor de Landziekte; zy gaan 'er
naar toe als naar hun kerkhof: hier van
is het, dat veelen deferteeren uit geen
andere oorzaak, als uit vrees voor de
lucht, en dat zy hier derven zouden,
dan meest, als veelen van hunne kamer
raden ziek worden en derven: zulks
heeft men waargenoomen deeze drie
jaaren die afgeloopen zynwaarin
door den gevreesden en daarna geree*
zen Oorlog van den Staat met Enge
land, geen verlof wierd gegeqven.
Behoeve ik voor een oplettenden
wel te bewyzen, dat de aandoeningen
van droefheid, moedeloosheid, nabe
rouw vreesfchrik en diergeiykeal
leen in daat zyn om den mensch ziek
te