62 G. W. CALLENFELS ANTWOORD Is dan zulk eene aanhoudende hitte en droogte op zich zeiven, alleen ge noeg om de lighaamen te verdroogen te ontfteekenen galachtig te maken wat moet het dan zyn, en 'er van wor den, als 'er zo veele oorzaaken by koomen, als wy hebben voorgefteld? - Zal het nu wel noodig zyn meer te Zeggen, om te doen zien, dat uit op- gemelde, meer afgelegene oorzaaken ontftaan moetendie naaste oorzaa ken der gevreesde Najaars-koortfen? te weeten, die fchielyke en ongeregelde affcheiding der geesten, en omloop des bloeds, die brandende hitte, die ontfteeking en uitflorting der gal, dat bederf der vogtendie fleepende en doodelyke toevallen, na onder - fcheid der ziekte, en die geheele wan order en verwoesting in de vogten en werktuigen van het lighaam. Uit het dusver beredeneerde blykt dan ook, waarom Sluys het ongezondst is, nademaal al het gezegde in den volkoo- menften zin aldaar plaats vindt, daar het zelve in de andere Garnizoenplaat- fen van Staats-Vlaanderenof maar ten deele of niet in dien trap gevonden word. Ook zal men hier uit in het by- ZQH-;

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1784 | | pagina 94