"jö GAENIER MEMO IRE SÜR LA les coupes verticales du vaisfeau f'ou- vriront encor audesfus de leur flotaifon jusques a une cerraine hauteur en f'e- löignant peu de Tinclinaifon de 4i de- grés mefurés quarrément a la ceinture de 1'onglet-navalcomme DE fig. 4. l'epaisfeur de ce folide fubmergé mefu- rée fur l'etrave dévra, pour fournir un déplacement de 5622 pieds-cubiques estre d'autant moindrea force égale du vent, que fes élémens fuccesfifs croistront en un plus grand rapport, et fa furface recevra pardesfous, lorsqu'il fera immergé, un plus grand choc re- latif verticald'ou l'on voit que pour qu'un batiment f'affaisfe moins fous l'ef- caale fnecden van 't fchip nog tot een zekere hoogte boven het water geopend zullen zyn door weinig af te wyke-n van de helling van 45 gradenin 't vierkant op den omtrek van de ftrook gemeeten als DE (Fig. 4), als dan de dikte van dit onder water ("taande lighaam op de voortleven gemeetenom een water verplaatfing van 5622 cubic-vóeten te verfchaff'cnmet een gelv- ke kfagt van den wind zo veel te minder zal moeten zyn, als deszelfs op elkander volgende elementen in een grooter betrekking zullen aangroeyen en deszelfs oppervlakte van onderen, wanneer dezelve ingedom peld zal zyneen grooter vcrticaale betrekkelyke fchok zal ontvangen: waar uit men ziet, dat, ten einde een fchip minder onder het vermoogen van de wind

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 106