44 GARNIER MEMOIRE SUR LA choc du fluide fur la furface de 1'on- glet. 2' Que les lignes-d'eau de cette partie choquée feulement par le fluide lorsque le vent fera frais et iargue ou prés, quoiqu'elles doivent estre cenfées dans ce cas prendre leur origine vers G fig. i et 2. dans la féction commu ne a la convéxité antérieure du bati- jnent et un plan vertical pasfant par le centre de gravité X et dirigé comme la ligne de dérive confidérée XY, fe resfentiront toujours de la forme moins obtufe, plus tranchante que l'é- lancement de l'etrave aura permis de leur donner, fig. i et 2d'ou nous concluons que la forme en furplomb ex- SSSSSSSSSSSSSSSSSS3SSS! ccn mindere rechtftrcekfche hinderpaal voor de fnel- licid zal voortvloeyen. 2° Dat de waterlyncn van dat deeldat flegts door liet water gcftooten wordtwanneer de wind ftvf en ruim of fc '.raal zal zvnalhoewel dezelve in dit geval geacht moeten worden by G (Fig. i en 2) haaren oor- fprong te neemen in de gemeene fneede der voorde «itgebogendheid van 't fchip en het veiticaale vlak gaande door liet zwaarheids-middelpunt Xen zynde even als'de befchouwde lyn van afdryving XY gericht, altoos behouden zullen eene minder llompe gedaante en fcherper dan liet vallen van den voortleven toege- laaten zal hebben aan dezelve te geeven, Fig. x en 2)waar uit wy beguitendat dc builende ge daan-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 110