58 GARNIER MSMOIRE SUR LA nons> de fuivre on volt que nous n'a- vons compté que fur la puisfance du goiivernail pour produire les mouve- inens de rotationcepandant on la combine avec celle des voiles ou de eertaineS voiles ütuées principalement aux eXtrémités, que l'on foumet a fac tion du vent dans les momens conve- uables: il resceroit done a examiner fiun batiment plus convexe, jouiroit lous l'influence de cette combinaiion, de l'ayantage de tourner plus faci'e- ment, ou bien de faire dans le mesme temps des angles de rotation plus con- fidérables^ 11 il y avoit une difference ésfentielle dans cet effet-la pro duit par le gouvernail ou par les voiles: mais vu ziet mendnt wy niet gerekend hebbenals op de kracht van 'troer, om de draaijende beweegingen voort te brengennogthans verbindt men dezelve met die der zeilenof van zekere zeilenvoornamelyk aan de einden (taandewelke men aan de werking van den wind in de bckwaame oogenblikken onder werpt: derhal ven zou'er overig zyn-te onderzoeken, of een meer uitgebogen fcbip, onder den invloed van deeze famenvoeginge het voordeel zoude genieten van gemaklyker te draai]en, of wel van in den zelfden tyd grooter hoeken van draaijing te smaken, indien 'cr in die werking een wezentlyk vcrfchil wasdoof het roer of de zeilen voortgebtagtdoch aangezien 'er

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 124