CONSTRUCTION DES VAISSEAUX. 5.9 vü qu'il n'y a que celle qui réfulte de la force et de la fituation de ces moy- ens, il fuit que tout batiment qui par fa forme fera fuscéptible d'obéir d'a- vantage a fon gouvernail tandant a le faire tourner, le lera ausfi d'avantage d'obéir aux voiles ou a la combination de ces moyens. 5 De la deviation. La déviation est cette direction moy enne que prend le batiment en vertu du raport qui a lieu entre les refinan ces qu'il éprouve dans le lens parallel le a fa quille et dans celui qui y est perpendiculaire: or Ton fait que fur les proües de touttes fortes de figu res, 'cr geen ancler isdan het geen uit de kracht en den (tand van die middelen voortvloeit, zo volgt dat ie der fchip dat door deszei fs gedaante vatbaar zal zyn om meer naar het roer te luisterenftrekkcnde om het zelve te doen draaijenook meerder vatbaar zi\ zynom aan de zeilen of aan de faamenvoeging van die middelen te gehoorzaamen, 5°. Van dc atwyking. De afwyking is die middelbaare richtdreckwelke het fchip neemt uit kracht der betrekking, welke plaats heeft tusfchen de tegenftandendie het zelve in de richting parallel aan zyn kiel, en in die welke perpendiculair daar op Haatondervindtnu weet fijen j dat pp de voorfchepen van alle loorten vart fi- gttU-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 125