OVER DE FEBRES CATARRHALES. 93
werken, zelfs in uitheemfche talen ge-
fchreven, zyn, naar het ons voor
komt, de bronnen van dit gewigtig
tydftip.
En, fchoon 't bewezen is, dat het
fchryven in de lands-taal over we-
tenfchappen en konden, welken het
algemeen niet kan of mag uitoeffenen,
in fommigen opzichte, niet voordeelig
zy; ja, wat meer is, fchoon het daar
uit voortvloeijende nadeel, op het ge
neeskundige voornamelyk toepasfelyk
is: als welke konst door een ieder by-
na geoeffend wordten waar over de
onkundigfle zelfs, welke zich niet ver
meten zouzich in zyn ambacht kun
dig te noemen, oordeelt: zoo is 't
echter niet minder zeker, dat de voor-
deelen van het meer algemeene ge
bruik onzer moeder-taal, in 't befchry-
ven der ziekten van ons land, de na-
deelen, daar uit voortvloeijende, merk-
lyk opwegen.
Immers is het ontegenfprekelyk,
dat de meeste lieden, welke in ons
land de Geneeskonst uitoeffenen
geen taalkundigen zyn.
Wanneer men het klein getal Ge-
neesheeren, welke in de fteden practi-
fee:
C~)