90 J. P. MICHELL ANTWOORD Geen wonder dus dat de beroemde Mannen van ons Vaderland, in Maat- fchappyën ter bevordering van kon» den en wetenfchappen zitting heb bende, zich hoe langs hoe meer be- vlytigen, tot het volmaken der we tenfchappen, en voornamelyk der Ge- neeskonst, als welke over het leven van den mensch handelt; en tot het meer algemeen uitbreiden der ge neeskundige kennis, ten nutte van die geenenwelke het geluk niet hebben van uit de fchriften der beroemde Ge neeskundigen, die, wel is waar, in ons land gebloeid, doch in de taal der geleerden gefchreven hebben, als oenen boerhave, van swieten, de haen, oosterdyk en anderen, in de zekerde regelen der konst te kunnen onderwezen worden. En dit verëischte word zoo veel te grooter, daar de ondervinding leert, dat de gedeldheid der lighamen allengs- kens afneme en verzwakke, door de misbruiken, in onze levensmanier, van tyd tot tyd ingeflopenen daar het voor namelyk deze gedeldheid is, welke de ziekten in ons land vermeerderd, en, als 'tware, van aart veranderd, Jbtebbe.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 170