over de febres catarrhales. ill be monchy en anderen, te verdedi gen, zo wel in de befchryving, ais m de geneezing dezer twee ziekten, wel ke hy voor ééne heeft aangezienver baast heeft misgetast (u), en dus naauwlyks aanpryzing, ten opzichte der Febres Catarrbalesverdient, dan voor de zulken, die in Haat zyn, het goede van het kwade, het zekere van het hypotbetijcheen de echte waarne mingen van herfenfchimmige denk beelden, pbantastica cerebri comment a) te ondcrfcheidem Hy heeft ook eene Verhandeling over de Keelziekten, welke haren oor- fprong aan de belette uitwaasfeming verfchuldigd zyngefchreven. De ze maken een foort uit der Febres Ca- tarrhales (v). Hy noemde dezelve een ziekte, van het voor- en najaar (w), en zyne gelukkige geneezingenmoet men zowel aan 't vermyden van pap pen, Hovingen en pleisters, als welke die deelen verflappenaan het vermy den der aderlatingen, welke in een zin- Cu) Zie de aangehaalde plaatfcn. (v) Berichten over de Keelziekten enz,Utrecht by G. T. VAN PADDENBURG, 1759» (w) Zie bi. 24.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 185