oorzaken van de ziekte, en der ken- teekenen zelve opmerken. Een on derzoek derzelven moet dus, nood- zaaklyk, de geneeswyze der Febres Catarrhales voorgaan. En wat aangaat A de kent eekenen waardoor men deze koortfen, van alle andere onderfcheiden kanmen moet ze tot de volgende clasfen brengen. I. De tyd van V jaarwaarop deze koortfen regeren. Want, fchoon men niet ontkennen kan, dat dezelve ten allen tyde in ons land waargenomen worden, zo is het echter zeker, dat men ze nooit alge- meener befpeurt, noch haren loop fymptomata en complicatien, beter waar nemen kan, dan wanneer zy epide misch heerfchen. Dan het is, door de ondervinding en waarneming van de kundigfte Ge- neesheeren van ons land (o) beves tigd, dat dezelve zich ten tyde der nachtevening, van de lente en herfst, altyd meer of min algemeen vertoo- nen: OVER DE FEBRES CATARRHALES. 125 (0) Zie forestus in zyne Oh fervntioncs de Fehri- hus cum morb. epid. grasf. boerhaave nphor. 793 en den Baron van swieten Comm. torn. IIbi. 50& en 638. Vergel. Sydenham oper. bl. 220. f

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 199