men in't algemeenmin door die fchielyke afwisfelingen van warmte en koude, dan wel door koude, welke op eene lang aangehouden hebbende hitte volgt, (als door welke onze lig- hamen, tot het beletten der uitwaasfe- ming, even als door een warm bad, zeer gefchikt worden gemaakt) aan gedaan worden. Getuige zy de zin king-koorts, welke men in het jaar 1782, in het voorjaar, na dat het guure weer, door ééne buitengewone warmte, en deze weder kort daarop door koude verwisfeld wierdt, waar nam (r). Getuigen zyn de epiek' demien der Febres Cat ar r holeswelke zo algemeen, in den herft, in ons land heerfchen. Getuigen, eindelyk, zyn de waarnemingen, welke men in 't jaar 1779, over toen heerfchende Febres Catarrhalesgeboekt vindt (s). Daar men van de fchielyke verwisfeling van koude, die in den winter van 't jaar 1782 voorviel, welke meer dan 20 gra den OVER DE FEERES CATARRHALES. 127 (r) Geneeskundige Corresp. SociëteitI'fte deel, Ifte, Iïde, Hide en IVde ftuk; alwaar men uit de vcrgelyking der Meteörologifche waarnemingenmet de befchryvingen der ziekten zejvezeer veel lichts omtrent dit onderwerp verkrygen kan. (s) Corresp. Sociëteitloco c

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 201