128 J. p. michell antwoord den bedroeg, en door Dr. houttuyn onder anderen is aangeteekend, wei nige of geene gevolgen befpeurd heeft. Men kan dus in het algemeen aanne men, dat lang aanhoudende warmte, voornamelyk met (lil weer gepaard (t), in de lente en herfst, wanneer de warmte op den dag door koude avond- en nachtftonden wordt afge- wisfeld, juist gefchikt is, om de Febres Catcirrhaies in ons land algemeen te maken (u)en dat de bykomende vochtigheiden fchielyke afwisfe- ling van warmte in koude, dan voor namelyk op onze lighamen werken. Te meer, daar deze waarneming, op de gronden eener zuivere pathologifcbe befchouwing der uitwerkfelen, van de afwisfelingen des dampkrings, op on ze lighamen (v), en op de waarnemin gen van beroemde Geneeskundigen, in ons land, is berustende (w). Mis- (t) Gelyk in 't Jaar 1779 by uitftek plaats liadt. Correfp. SociëteitIV. (luk, bl. 379. (u) Zie de aangehaalde Befchryving van de Epid Zinkingkoorts. (v) Zie boeriiaave Inftit. Medic, gaubii Patho- log. enz. (w) Van de gorter, b. v. forestus en VAN swieten op dc aangehaalde plaats.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 202