132 J. P. MICHELL ANTWOORD
met de eerfte aanvallen der koorts toe;
naar mate deze van een kwaden of
goeden aart is; in eene enkelvou
dige zinkingkoorts, neemt zy af met
de fcheiding der ziekte; doch in
eene gecompliceerde Eebris Catarrha-
lisneemt zy met eiken aanval der
koorts toe, en blyft zeer lang, zelfs
na de geneezing, by. forestus (a)
nam eene flauwte, na een latmg van
vyf oneen, in eene vrouw, welke ee
ne Febris Cat arr balls hadtwaar.
En die zelfde naauwkeurige waarnee-
mer merkte ook reeds op, dat de ly-
ders na de catarrhale epidemievan 't
jaar IS57, doorgedaan te hebben,
lang na de geneezing, aan eene hard
nekkige verzwakking der maag hakkel
den (b). En het is hier van, dat wy
de gefchiktheid tot recidlven der ly-
derswelke de koorts doorgedaan
hebben, in ons land, zo algemeen,
moeten afleiden.
4. Eene verheffing der toevallen tegen
den avond. Deze gaat met de ver
heffing der koorts gepaard (c). De
ly-
(a) Loco. c. obf. fib. IV, pag. 154.
(b) Loco c. pag. 150.
(c) Epicl. Zinkingkoorts te Haarlembi. 42.