over de febres catarrhales. 135
din (de bovenfte opening der maag)
opgehouden den lyder tot niezen
en ioiiiwylen ook tot hoesten noodza
ken. Daar de byftenfcbe fpannin-
genvoornamelyk in de keel, be-
naauwdheden veroorzaken. stoll
fchynt iets diergelyks waargenomen te
hebben (f).
8 Pyn m de lenden. Een gewoon
toeval dezer koortfen; dit dient ook
tot onderfcheiding derzelven. Zy
verfpreid zich door de geheele rugge-
graar, doch heeft hare zitplaats, voor
namelyk in 't kruis, het achterfte ge
deelte des bekkens. De klagten
der lyderszyn gemeenlyk van eene
gewaarwording, als oj de lenden gebro
ken waren.
9. Kramppynen. Deze gaan dik
werf voor de Febres Catarrbalcsen
verzeilen dezelve meestal in den be
ginne zy houden zich voorname
lyk, in de fpieren van de dyë, en van
den voet, en wel in deszelfs buigers
op, in de ballen der voeten, neemt
men dezelve ook dikwerf waar (g).
(f) R. M. tot». i, pag. 135. vergel. met crell
r. pag. So.
(g) zie crell c. pag. 6.
I 4 10.