138 J, P. MICHELL ANTWOORD zwykt reeds in den beginne der ziek te; zy zyn in eene verbeelding van eenen naderenden dood: en geene redenen ookkunnen hen van hunne verbeelding afbrengen. Men be- fpeurt dit verfchynfel voornamelyk op dien tydwanneer de lydersdoor eene fchielyke verzwakking, die in de goedaartige zinkingkoortfen Hechts ïchynbaar is, en met de fcheiding der ziekte afneemt, van de naderende ziekte worden gewaarfchuwd. Hoe langer dit tydftip duurt, hoe gevaarly- ker de koorts, die volgt.—- Doch ter- wy-1 dit tydftip, in de meeste zinking koortfen, welke men in ons land waar neemt, zelden lang duurt, zo heeft men het onder de kenteekenen der Febres Catarrbalesover het hoofd ge zien. En wyl de Febres Catarrbales malignaewaarin dit toeval zich aller- •duidelykst opdoet, gemeenlyk, met eene rottige ontbinding der vochten, gepaard gaan of eindigenzo heeft men het verkeerdelykals een eigen kenteeken der rotkoortfen befchouwd. En dit meenen wy genoeg te zyn, tot onderfcheiding der Febres Qatar- rbaks. Immers kunnen deze ver- fchynp

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 212