O,VER DE FEBRES CATARRHALES. 143 derom in hunnen flaap vallen. Die toeval is in dit tydperk niet gevaar- lylc; neen, maar toont aan, dat de natuur aan de fcheiding der ziekte llerk werkende is. Immers op yden 21 den of i4den, zelden op den 2 filer* dag, begint de hoest losfer, de fpan- ningen en benaauwdhed.en minder te worden; de ontlasting van dikke ge- bondene, geele fluimen, en van eene diergelyke itof door de neus vermeer dert, de huid wordt zachter, vochti ger, de brandende hitte wordt in eene verligtende warmte veranderdde pis - krygt een rooskleurig zetfel, en niet zeldfaam wordt 'er eene gebondene taaije enlymachtigeflof, door den buik ontlast, de tong wordt vochtig, de korden fcheiden zich van dezelve af, de ademhaling wordt gemaklyker, en natuurlyker, het zweet ruikt flerk en is verligtende, de trek tot voedfel vermeerderten de lyders krygen fchoon langfaam, hunne vorige ge zondheid en krachten weder (kj. Dit (k) Zie vogel Prael. Academ. ex editione TjSsoti 309. Befchryving der llaarlemfche Zinkingkoortsy FORESTUS C, C,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 217