OVER DE FEBRES CATARRHALES. Ï45 Febres Catarrhales gepaard gaan, en welke de meeste aanmerking verdie-, nen, tellen wy, I. Eens ongemaklykheid in het flik* ken. Deze hangt af van de fcherpe ftoffewelke zich op de keel plaatst. Somwylen is zy met eene zwelling der amandelen gepaard. De lyders ondervinden meer fmert in het door- flikken van hun eigen fpeekfel, dan van zuure, prikkelende gorgeldran ken» Niet zelden is 'er eene fcher pe prikkelende flym, welke hen tot flikken noodzaakt» II. Pyn in de keel. Deze houdt zich dikwerf niet alleen in den flok- darm, maar ook in de lugtpyp op, al waar de lyders dan, over een droog heid en hitte, welke hun het fpreken lastig maakt, klagen. De keel ver toont dikwerf niets onnatuurlyks fomtyds is het zachte verhemelte en de lel verflapt, en met een flymige korst bedekt. III. Heeschheid. Dit toeval is in de meeste Febres Catarrhales aanwezig het wordt veroorzaakt door de uitzet ting van het vlies, het welk de lucht- pyp en desz.dfs kraakbeenig hoofd be- xi. deel. K, kieedta

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 219