x58 j. p. michell antwoord ten. Zie daar dus een Febris Cat ar- rhalis, 2. Dat de aanmerkelyke vermeerde- ring dier koortfen in ons land, niet af hangt, van de vermeerdering dier toe vallige oorzakenals welke aityd vooral in een laag, waterachtig en moerasfig land plaats gehad hebben: neen, maar dat zy te wyten is, aan de verzwakte gefteldheidde te groote gevoe ligheid der lighamenwelke met het misbruik der verflappende waterdran ken, met het fterke broeijen enz., al gemeen in ons land geworden is, en de vermeerdering der zenuwziekten, te gelyk met die der Febres Cat at r ha le sveroorzaakt heeft. 3. Dat deze verzwakte gefteldheid deze te groote gevoeligheid der lighamen de gedaante der gemelde koortfen aan- merkelyk hebben veranderd. De fchielyke verzwakkingde aanmerke lyke bloedontlastingenbenaaudhe- den en fchielyke verplaatfingen der fcherpe ftoffe, alle toevallen, welke van de groote gevoeligheid der lyders afhangengetuigen dit onwederfpreke- lyk, en toonen ons te gelyk de nood- zakelykheid aan, om een aandach-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 232