OVER DE FEBRES CATARRHALES. 165 men, door de diè'et, in ons land in gebruik, niet verzwakt zyn. De teekenen dezer complicatienbe- flaan voornamelyk in het hevig aan houden der koortswelke byna zon der vermindering der toevallen, aan houdt. In de hardheid en volheid der pols; de dikte van het afgetap te bloed, dat byna van wei beroofd is, en de taaiheid en elafliciteit der korst, waarmede het gemeenlyk bezet is, de droogte der tong, waar van de tepel tjes fterk opgezet zynde rood- en ftrakheid der pis; de aanhoudende hevigheid der pynde klagten der zieken, die zich verbeelden, als of hun een mes door het beledigde deel geflo ken wierdten eindelyk in de con [lit ut ie des lyders, de voorafgegane oorza ken en de fchielyke overgang tot verëttering. Meestal is deze koortsmet eene plaatslyke ontfteking verzelden de ze maakt, na dat zy op verfchillende deelen valt, wederom verfchiliende ziekten. Het zoude buiten ons be llek zyn, alle deze verfchillende foor ten van zinking- en ontftekingachtige piekten op te tellen, dan het welk be- L 3 ter

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 239