'l6B J. P. MICHELL ANTWOORD ren; de tyd van 't jaar, welke deze com* lie at ie beguniligt, is meestal het voor- en najaar wanneer het weer noch koud noch warm, doch zeer vochdg is, dat men gemeenlyk week wiêr noemt. Men onderkent deze ziek te, aan hare verplaatfingende hof bepaalt zich zo lterk niet aan eene plaats, zy verfchiet meermalen: de plaatslykepyn is minder hevig, en ver- fpreidt zich meer over het aangedane -deelde koorts is zelden zo flerk aanhoudend, fchoon hare remïsfien niet zeer duidelyk zyn. De pols is in den beginne eenigfins hard, doch wordt fchielyk zwakker de lyders worden fpoedig afgemat en verzwakt, de pis is natuurlyker en de tong min der droog; en by deze teekenen, voegt zich nog eene hitte die fcher- per is, en voor den lyder ondraagly- ker. Deze complicatie is meest plaatslyk, en zo algemeen, dat de eenvoudigfte Febres Catarrhaleszelfs meestal met een eryjipelas topicumgecompliceerd zynzo dat wy onze gewone pleuritU Jes en anginae catarrhalesveelal met gen intemperics eryfipelatoja yereenigd zien* «j w

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 242