zwakking, geele kleur der lyders, urïna jumentotum ftinkende adem, mislykheid, braking, benaauwdheid onrustigheid, duizeling, beneveling der oogenwinden, opfpanninge, ftinkende en fcherpe afgangen, fterke pyn in het hoofd, en een vuil ftinkend zweet (v). Deze nu zyn de gewone complicatien der Febres Catarrhaleswelke in ons land grasfeeren. Zy vereenigen zichmet eene of meer van deze gefteldhedenmen treft immers zelden eene enkelvoudige zinking koorts aan. De belette uitwaasfe- ming binnen het lighaam gebragt, met de vochten rond gevoerd, wordt meestal door de natuur, naar deze of gene plaats gebragt, waarin zv zich ten mindenvan een gedeelte der fcherpe ftof ontlast; deze prikkelt de vaste deelen, en veroorzaakt eene meerdere beweging in het vaatgeftel fyflema vasculofumdewelke van ee- nen ftuipaeht'gen aart, onder de ge daante van een koorts, zich voordoet; die van de zinkingftofFe, waar door zy ver- fag. 196, OVER DE FEBRES CATARRHALES. 171 (v) Zie stoll, r. m. pag. 11. loco c,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 245