de geneeskunst oefent, om de Febres Qatarrhalesin haar verfchillende foor ten en complicatienveilig en gelukkig te leeren geneezen, zo zullen wy, zo kort doenlyk, den aart onzer voor- en najaarskoortfen befchouwen, den aart hunner verfchillende complicatien on derzoeken; om daarna, eene, op de reden en ondervinding lleunende ge nees wyze, voor te kunnen fchryven. I. Wat aangaat de voorjaanziek ten. Deze zyn meestal zinking- koortfen, welke met het dym- en roos achtige gecompliceerd zyn. Byetne pituita in homïne augeiur zegt HiPPO- CRATES (w), at vere adbuc quidem vi~ getfed fan^nis inerescit. "Dc na- s, tuurlyke flym, wordt in den winter by den mensch opgehooptin de lente is zy wel voor handen, doch dan wakkert de beweging van het 3, bloed weder op". De warme ver trekken, waarin wy ons in den winter opgehouden hebbenhet ftoken van vuur, kaggels, en het gebruik der floven, begint minder te worden; het aardryk door de zonneltralen gekoes terd 3 (w) De Nat lira Hominis editroësnfeet. III, pag. 6. 174 J» P- michell antwoord

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 248