OVER DE FEBRES CATARRHALES. 173
terd, opent zich, en begint nit te
waasfemen; de menschftelt, met min
der kleederen gedekt, zich bloot, aan
den dampkring, welke het lighaam by-
na ontwend isen dus moet de voch
tigheid der grondde. koelte der
avond- en nachtftonden, noodzaaklyk
op de huidwelke door het aanhou
dend broeijen verflapt, en gevoelig
geworden is, onaangename aandoe
ningen veroorzaken, de uit waas fe-
ming belettenen oorfprong geven
tot eene zinkingkoorts. Deze wordt
dan, door de gevoeligheid van den ly-
der, zyne gefchiktheid tot meerdere
beweging der vochten (x), de voor
handen zynde flym- en weivochten,
met het flym- en roosachtige gecom
pliceerd, naar dc verfchillende conjli-
tutien f continuo, remittent of intermit
tens. De meeste zyn int ermitt eer en-
de (afgaande) koordendoch deze
worden dikwerf met eikanderen zoda-
nig gecompliceerddat zy, als het wa
re, in elkander loopen, en onder de
gedaante van continuaeaan minder
kundigen, zich opdoen, Men on
der-
(x) Hippocrates L c.; en reil. de Polycholia