OVER DE FEBRES CATARRHAfcES. Iff zet, droogachtig, zonder dat de ly- ders echter over hevige dorst klagen; de buiksontlasting is gemeenlyk ly- mig; de win is klaar, witachtig, helder, fomwylen met een wolkje, doch byna nooit met fetfel; de ziekte loopt meestal, binnenveertien dagen of drie weken, af II. De najaarsziekten zyn van een, Verfchillenden aart. Immers, fchoon wy niet ontkennen, dat dezelfde aan- leidende oorzaken, tot de belette uit- waasfeming in den herfst, even als in de lente plaats hebben; fchoon wy ge- reedelyk toeftemmen, dat de koude avond- en riachtftondenhaar vermoo- gen het fterkst oefenen op de ligha- men, welke door vermoeijing, op het heetfte van den dagfterk aan het uit- tyaasfemen geraakt zynzo zal ieder met ons bekennen, dat de gelteldheid der lighamen, in den herfst en in de lente, hemelschbreedte verfchilt. De zomer verfchaft den inwooneren onzes landseen ru t. gelegenheid tot uitfpanningen van lichaamsbewe ging, en fchoon het zeker is, dat wy in ons land in het algemeen, meer ziekten waarnemen van het te veel zit- xi. mui, M ten, C y

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 251