Deze zyn dus de verfchillende com fiicatidi der Fcbvcs Catarrh aleswelke y/y in ons land waarnemen. De getrouwfte waarnemingen over tuigen ons r. Dat zy uit haren aart, meer naar't rotachtige, dan naar het ont- ftckingachtige overhellen. Dat ze in den winter en in het voorjaar meer, dan in den zomer en het najaar, in een fterke jonge kaerel meer, dan in een gevoelige juffer, wier geheel ze- nuwgeftel verzwakt is, met het phlo-* gisticque gecompliceerd zyn. 2. Dat '184 J. P. MICHELL ANTWOORD methodicae(a)] de teekenen van deze complicatie geboekt. Onder de minst bedriegiykehebben wy door ondervinding opgemerkt, dat de te- gennatuurlyke verwyding en zwarte kleur des oogappels; de jeukte en bloeding der neus; het knarfen der tanden; de gefchiktheid totftuipen, •en de rifus fardonius behooren. Zy maken de ziekte niet zelden langduü- xig, en min oFmeer kwaadaartig: een ■Geneesheer moet dus in de behande ling dier koortfen, ook voornamelyk pp haar aanwezen, het oog houden. (a) P<ag. 249.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 258