192 J. P. MICHELL ANTWOORD zyn beftaan noodig achtte; die ver- tooning bedaat, in een brillante huis houding en groote verteeringen; deze konden, die geld gebrek hadden,- niet genoeg naiipen, zonder de wellus tige levenswyze, de gemakkelyke lui heid der grooten, en der ryken te vol gen en gelyk 'er niets meer aan- loklyk, niets meer verdavende is dan eene zodanige levens wyze, zo is zy, helaas! in ons land, een alge- meeneen noodzaaklyk kwaad ge worden; deze verzwakt de ligha- men der Ouders, en daar door die van hun kroost; - hier komen de grove misdagen in de opvoeding, het broei- jen door doven en kaggeisen wat al oorzaken by, welke tot dat ongeluk kig einde, de verzwakking der lig- haams conjlitutien, famen loopen. Immersom niet te fpreken van de vermeerderde maaltydenvan het ge-, duurig zitten, oplluiten in warme ka mers daar men de gemeenfchap met de buitenlucht geheel affnydt; mis bruik van voedfels, van verhittende dranken en de daar uit voortvloeien de kwalen en ongemakken, zo kun nen de misdagen alleen, in de opvoe ding

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 266