naar deze complicatie verfchillen; de epidemie zelvebeken ikmaakt dik werfeen groot verfchilin de behande ling; zy doet de ziekten, dan eens, meer naar het flymachtige, dan meer- naar het roosachtige, ja naar het ont- ftekene overhellendoch dit is niet dan door de ondervinding, door genees kundige proeven en waarnemingen, te bepalen"Qui naturam [zeggen wy met stoll (o) epidemiarum pervestigavitnuilaque var iet ate acci- dentali distractus, causfam arripit oppugnatque pandemonquot quacfo mortalium er it fa spit al or et genius tut a- laris"! Dan het zyn hier flegts de gewone voor- en najaarsziekten, waar over wy handelen. De geneeswyze, welke ons in de voorjaarsziekten de zekerde voor komt, is voornamelyk daar op uit, om I. De roosachtige ontfteking van de deelen, waarop zy zich geplaatst heeft, los te maken. P 5 II. De over de febres catarrhales. 233 (0) P. iii, pag. 37.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 307